Maak jij een plek vrij voor een Commissaris Werkgeluk?
Heel wat keren heb ik deel uitgemaakt van een bestuur. Tot nu toe altijd als vrijwilliger. Als ik dat doe, doe ik dat uit betrokkenheid. Ik ben vaak zwaar onder de indruk van de enorme inzet die mensen leveren, vooral in vrijwilligersorganisaties. Maar waar ik eigenlijk altijd tegen aan loop is dat ik niet pas binnen de functies die standaard zijn in zo’n bestuur. Ik kan prima voorzitten, maar dan wel op mijn eigen manier, niet volgens de regels. Ik ben iets te ongeorganiseerd en creatief om een goede secretaris te zijn. En penningmeester moet je me al helemaal niet maken. Daar word ik niet gelukkig van, en de organisatie nog minder.
Van waarde
Toch ben ik prima in staat om, vanuit een grote betrokkenheid bij de mensen die zich inzetten voor die organisatie, waarde toe te voegen. En juist die betrokkenheid bij de mensen vind ik essentieel: het menselijk kapitaal is in mijn ogen de meest wezenlijke factor. Zeker bij vrijwilligersorganisaties. Toch wordt ook daar regelmatig verwacht dat mensen zich met hart en ziel inzetten, zonder dat hun inzet echt op waarde geschat wordt. Bestuurders besturen vaak op afstand, en weten te weinig wat er op menselijk vlak speelt.
Afstand?
Kijk je naar organisaties die een Raad van Bestuur of een Raad van Commissarissen hebben, dan lijkt de afstand nog groter te worden. Commissarissen zijn er om de directie of bestuurder te adviseren. Ze staan op afstand van de organisatie. En dat is nu juist waar ik bezwaar tegen heb. Want hoe kun je op basis van cijfers en globale indrukken, zonder het menselijke kapitaal echt te kennen en op waarde te kunnen schatten, echt goed adviseren? Deze ‘raden’ zijn in mijn ogen vaak te veel bezig met politiek: je krijgt een plek als je de juiste mensen kent en je houdt je plek als je je conformeert aan de geschreven en ongeschreven regels. Het gaat teveel om ego’s, om macht en om status. Niet in de eerste plaats om de organisatie waarvoor gewerkt wordt, en al helemaal niet om de mensen in die organisatie.
Onderstroom
Vorige maand nam ik als bestuurder van een culturele stichting die jaarlijks een productie maakt onbewust, en geholpen door de omstandigheden, een andere rol in: ik deed mee in de groep van medewerkers. Hoewel ik nog steeds ook gezien werd als bestuurslid, hoorde ik heel erg veel. De onderstroom kwam boven. ik merkte veel, hoorde veel, voelde mee. Dat ging als vanzelf, door mee te doen en me bescheiden op te stellen. In tegenstelling tot een collega van me, die zich vooral ophield in een select gezelschap van culturele connaisseurs. Niet dat dat niet goed is, maar het is maar één kant van de medaille.
Mannending
Het houdt me al langer bezig. Ik weet zeker dat ik van toegevoegde waarde kan zijn voor organisaties als commissaris als het gaat om menselijkheid, verandering stimuleren, innovatie, creativiteit, werkgeluk. Maar de formele structuur en de politiek schrikken me af. Organisaties willen meer vrouwen in besturen. Hoewel, willen ze dat, of moeten ze? De vraag is of dat je gaat lukken als het hele idee van zo’n raad een mannending is. De manier waarop mensen worden gekozen, de onderwerpen die op de agenda staan, de indeling van functies en verdeling van portefeuilles, de manier waarop verantwoording moet worden afgelegd. Als je nu eens zou beginnen om daar anders mee om te gaan? Kijk naar wat de bedoeling is van toezicht. Is dat niet uiteindelijk domweg dat het de organisatie en de mensen in de organisatie goed gaat en dat de organisatie goed doet?
Missie
Ik zou een uitstekende Commissaris Luisteren zijn. Of een Commissaris Werkgeluk. Tegen dezelfde condities als andere commissarissen natuurlijk. Want wat van waarde is moet je ook waarderen. Ik daag organisaties uit: maak in je raad of bestuur een plek vrij voor iemand die buiten de formaliteiten kan blijven. Iemand die de vrijheid krijgt zijn of haar oor te luister te leggen, die een vrije rol mag pakken, maar die wel een missie heeft, namelijk het welzijn van de organisatie en haar medewerkers. Als er een organisatie is die het aandurft om een plek vrij te maken en iemand echt de ruimte en vrijheid te geven om op zo’n andere manier invulling te geven aan een commissarisfunctie, dan kom ik graag langs om van gedachten te wisselen.